20/03

Cedric, torenkraanmachinist op Dac’art aan het woord

Vanuit zijn cabine ziet hij nú al wat de bewoners van Dac’art straks vanuit hun leefruimte zullen aanschouwen. Hoe ziet een dag van een torenkraanmachinist eruit? Wat vindt hij precies het mooiste om te zien en wat is er zo bijzonder aan zijn job? Een gesprek met deze hoogvlieger met het beste uitzicht over Izegem en omstreken.

Cedric is reeds 3 jaar torenkraanmachinist bij Jan De Nul en legde intussen al heel wat kilometers op weg naar boven af. Elk ochtend beklim ik via de trapladder mijn cabine die zich op een hoogte van 33 meter boven de grond bevindt. Dat is een hele tocht; het vraagt zo’n 2 à 3 minuten om volledig boven te geraken. Als torenkraanmachinist houd ik continue het overzicht over de werf.  ’s Middags klim ik naar beneden om te lunchen, en dan begint de tocht naar boven opnieuw.  Als we hem vragen hoe zijn ervaringen op Dac’art zijn verwijst Cedric al snel naar een legendarische  foto. “Iedereen kent wel het beroemde beeld van de 11 Amerikaanse bouwvakkers die zitten te lunchen neergestreken op een hangende balk in de lucht (Eating above Manhattan nvdr), wel op Dac’art zou je perfect een vergelijkbaar iconisch beeld kunnen maken”. Tijdens de lunchpauze oefent de kaderand op vele collega’s van onze werf een bijzondere aantrekkingskracht uit. Je  kan ons bij goed weer dan ook vaak op een rij naast elkaar zien zitten lunchen mét zicht op het kanaal.  Mogelijks is er nieuw postermateriaal op komst”. Veel mensen vragen me of ik geen last heb van hoogtevrees. Het spreekt me juist aan om zo hoog te kunnen zitten, dat geeft me een buitengewoon gevoel van vrijheid.  Ik denk dat onderstaand uitzicht dat ik heb vanuit onze torenkraan dit meer dan voldoende illustreert.

Vooral de zichten op het water, de groene stroken langs het kanaal en het park van kasteel Blauwhuis zijn prachtig.”